Cornelis Kruseman (1797–1857)

RKD STUDIES

3.8 Kruseman actief in de Haagse kunstgemeenschap


In de jaren dertig manifesteerde Kruseman zich ondertussen vol overgave in de Haagse kunstwereld. Wat betreft ontmoetingsmogelijkheden voor kunstenaars was de hofstad in de periode 1800-1830 tamelijk onderbedeeld.1 Er was de Confrerie Pictura, maar dat was een onderwijsinstelling waar (beginnende) kunstenaars zich onder meer konden bekwamen in het tekenen naar levend model.2 Het ontbrak aan een sociaal trefpunt als een vereniging die tevens opkwam voor de sociaal-maatschappelijke belangen van de Haagse kunstenaar, zoals later in zekere zin werd beoogd met de oprichting van Pulchri Studio in 1847. Om hierin verandering te brengen, hoewel zeer kortstondig, en ter bevordering van het onderling samenzijn van Haagse kunstenaars stichtte Kruseman, samen met onder andere vriend en schilder Andreas Schelfhout (1787-1870) en beeldhouwer Louis Royer op 4 december 1828 de kunstenaarsvereniging ‘Michel angelo’ [1].3 Het gewenste doel van dit gezelschap was om op ‘nuttige en aangenaame wijze den band van kunstliefde en vriendschap bestendig te doen zijn’.4 Dit alles moest worden bevorderd door het organiseren van voordrachten, kunstbeschouwingen en gezamenlijke tekenavonden, die volgens het op 19 maart 1829 vastgestelde Reglement werden gehouden in het lokaal Pictura.5 De vereniging had een beperkt aantal leden waarvan het bestuur werd gevormd door portretschilder Hildebrand Dirk Loeff (1774-1845) als president, dierenschilder Daniël van Oosterhoudt (1781-1850) als penningmeester en Kruseman als secretaris.6


De tot 1 oktober 1829 bewaard gebleven notulen geven een aardig beeld van de samenkomsten.7 Zo hield Kruseman tijdens de eerste bijeenkomst van 11 december 1828 een kunstbeschouwing over lithografische tekeningen, gezichten op Italië en het ‘Alphabet des Dames’ van de Franse lithograaf Henri Grévedon (1776-1860) [2].8 Een week later, op 18 december, sprak Kruseman over lithografische tekeningen van de Franse graficus Nicolas-Toussaint Charlet (1792-1845) en anderen, gevolgd door een discours van de president Loeff over de bloem- en landschapschilder George Johannes Jacobus van Os (1805-1841).9 De kunstenaars kwamen zo op regelmatige basis samen, maar na april kwam een beetje de klad erin.10 Na de zomer werden plannen gemaakt voor de viering van de naamdag van hun vereniging, die inderdaad op 29 september werd gehouden. Het verslag van deze viering is de laatste bijdrage in de overgeleverde notulen. Mogelijk was Michel angelo kort daarop al niet meer actief. Ondanks het korte bestaan van de vereniging functioneerde deze als voorzichtige voorloper van de later op te richten kunstenaarsverenigingen zoals het Amsterdamse Arti et Amicitiae (1839) en het Haagse Pulchri Studio (1847) [3].11 Kruseman zou in de oprichtingsjaren van beide kunstenaarsverenigingen lid respectievelijk kunstlievend lid worden [4].12

Een andere manier om voor de belangen van zijn kunstbroeders op te komen, dacht Kruseman te hebben gevonden door zitting te nemen, samen met Louis Royer, in de Commissie tot de Haagse Tentoonstelling van Schilderijen van Levende Meesters te houden in 1830 respectievelijk 1833 [5].13 Deze commissie, aangesteld door het plaatselijke comité, bepaalde de voorwaarden waaronder kunstenaars op de tentoonstelling konden exposeren. Dit ‘Programma’ werd een aantal maanden van tevoren gepubliceerd in de diverse dagbladen. Tevens regelden de bestuursleden de praktische zaken, zoals het maken van de tentoonstellingscatalogus, het ontvangen, hangen en later weer terugzenden van de schilderijen en de communicatie tussen kopers en de kunstenaars.

De invloed van zijn positie in deze commissie viel Kruseman echter tegen. In zijn brief aan Louis Royer, naar aanleiding van het gepubliceerde programma in het Dagblad van ‘s Gravenhage van 9 september 1830 blijkt duidelijk Krusemans teleurstelling.14 Een wijziging in het Programma van 1830 ten opzichte van dat van 1827 zou echter wel een idee kunnen zijn geweest van Kruseman als portretschilder. In eerste instantie was namelijk vastgesteld dat als er onvoldoende hangruimte was, de portretschilders hun inzendingen moesten beperken tot twee, maximaal drie werken. Vanaf 1830 gold deze regel voortaan voor iedere deelnemende kunstenaar ongeacht het genre waarin deze werkte.15 Na 1833 was Kruseman niet meer betrokken bij de organisatie van de Tentoonstellingen van Levende Meesters.16

1
Charles Baugniet
Portret van Andreas Schelfhout (1787-1870)
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (Collectie Iconografisch Bureau)


2
Henri Grévedon
J van Juliette, ca. 1828-1830
Amsterdam, Rijksprentenkabinet, inv./cat.nr. RP-P-1905-6279


3
Charles Rochussen
Kunstbeschouwing in Art et Amicitiae, Amsterdam, 1851
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, inv./cat.nr. MB 516


#

4
Bewijs van lidmaatschap Arti et Amicitiae, 20 maart 1840 (Archief Familie Kruseman)


#

5
Pagina uit catalogus Tentoonstelling van werken van Levende Meester te De Haag in 1830



Notes

1 Quarles van Ufford 2009, p. 87; De opheffing van de gilden in 1798 had de Haagse kunstenaars, die eeuwenlang in de verenigd waren geweest, weliswaar voor het eerst de mogelijkheid geboden tot een vrije beroepsuitoefening, maar had ook geleid tot verschraling van hun onderling verkeer.

2 Gram 1882.

3 Notulen van de Kunstenaarsvereniging ‘Michel angelo’ (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen); Van den Hout en Langendijk (red.) 1994, p. 20; Quarles van Ufford 2009, pp. 87-89.

4 Notulen van de Kunstenaarsvereniging ‘Michel angelo’ (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen).

5 In de winter waren deze bijeenkomsten wekelijks en in de zomer ieder veertien dagen: het Reglement artikel 3 (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen).

6 De overige leden waren de eerder genoemde Louis Royer, Andreas Schelfhout, Bartholomeus Johannes van Hove, Johannes Hari I (1772-1849), Hendrikus van de Sande Bakhuyzen (1795-1860), Jean Francois Valois (1778-1853) en Jacobus Theodorus Abels (1803-1866).

7 Notulen van de Kunstenaarsvereniging ‘Michel angelo’ (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen).

8 Op Krusemans nalatenschapsveiling van 16 februari 1858 werd aangeboden een Alphabet des Dames Recueil de 25 portraits: veiling Roos (Den Haag) 16 februari 1858 p. 46, nr. 21.

9 Notulen van de Kunstenaarsvereniging ‘Michel angelo’ (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen).

10 Kruseman is dan zelf afwezig geweest vanwege zijn verblijf in Londen en gedurende de zomermaanden waren er minder samenkomsten (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5458, collectie KDC, Nijmegen).

11 Ook Van den Hout en Langendijk (red.) 1994, p. 20.

12 Op 20 maart 1840 benoeming tot lid van de kort daarvoor opgerichte Maatschappij Arti et Amicitiae (Archief Arti et Amicitiae, collectie RKD Den Haag); Kruseman werd op 9 oktober 1847 met algemene stemmen aangenomen tot Kunstlievend lid van de onlangs opgerichte Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio (Haags Gemeentearchief, Archief schilderkundig genootschap Pulchri Studio 0059-01, inv.nr. 16 Notulenboek van de leden- en bestuursvergaderingen (1847-1856 aug.)); over de kunstenaarsverenigingen in Amsterdam en Den Haag: Stolwijk 1998, pp. 97-117.

13 Royer woonde vanaf 1830 in Den Haag.

14 Brief van Cornelis Kruseman aan Louis Royer zd. [september 1830], (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5305, collectie KDC, Nijmegen)

15 Voor het Programma van de Haagse Tentoonstelling van Levende Meesters in 1827: Nederlandsche Staatscourant 2 juni 1827 en voor het Programma van de expositie van 1830: het Dagblad van ’s Gravenhage 9 september 1829.

16 Uitzondering was Krusemans betrokkenheid bij de Commissie tot Verloting van de Tentoonstelling gehouden ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van de in 1837 te Napels aan de cholera overleden landschapsschilder Antonie Sminck Pitloo (1790-1837).

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree