Dankwoord
Dit onderzoek naar het leven en werk van Cornelis Kruseman is mogelijk gemaakt dankzij de genereuze steun van de Cornelis Kruseman - J.M.C. Ising Stichting. Daarbij ben ik bijzonder veel dank verschuldigd aan voorzitter Frans Sonneveldt, die met zijn passie en enthousiasme voor Cornelis Kruseman aan de basis heeft gestaan van dit onderzoek en bestandcatalogus. Speciale dank gaat ook uit naar de Stichting Pieter Haverkorn van Rijsewijk en de Stichting Gifted Art voor hun financiële bijdragen.
Heel belangrijk voor het onderzoek was, door tussenkomst van Robert-Jan te Rijdt, de heer Jan Wolter Niemeijer (†), oud-directeur van het Rijksprentenkabinet, die zo vriendelijk was mij in contact te brengen met de nazaten van Johan Diederik Kruseman, de oudere broer van Cornelis. Dankzij de bereidwilligheid van de familie Querido en de familie De Bruijn kwam het Archief Familie Kruseman boven water dat dé basis vormde voor het onderzoek naar het leven en oeuvre van Cornelis. Ik ben hen dan ook zeer erkentelijk voor hun vertrouwen om deze bijzondere nalatenschap te mogen gebruiken en te duiden. Dit geldt ook voor de openbare collecties en alle particuliere eigenaren van werken van Cornelis Kruseman die mij informeerden over hun bezit en mij soms ook ontvingen bij hen thuis.
Voor hun begeleiding ben ik Rudi Ekkart en Chris Stolwijk, oud-directeur respectievelijk huidig directeur van het RKD - Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, zeer veel dank verschuldigd. De inspirerende gesprekken, in het begin met Rudi, en later ook met Chris waren van groot belang voor het onderzoek. Vanuit het RKD heb ik bijzonder veel steun en ruimte gekregen waarvoor ik Chris zeer erkentelijk ben. Annemieke Hoogenboom en Anna Rademakers ben ik buitengewoon dankbaar voor hun bereidwilligheid om de publicatie vanuit hun expertise van de negentiende-eeuwse kunstwereld te becommentariëren en van suggesties en redactie te voorzien.
Mijn (oud)collega's Yvonne Bleyerveld, Sabine Craft-Giepmans, Jeroen Kapelle, Elmer Kolfin en Hans van de Willige waren onmisbaar voor hun kritisch commentaar op en redactie van de teksten. Dit geldt ook voor Jos Beerens, Vicky Foster, Arne Wossink en Reinier van ’t Zelfde, die geconfronteerd met mijn soms à la minute verzoekjes altijd bereid waren te helpen. Stagiaires Thijs van Poppel, Vita de Waal, Bram Donders en Nadine van der Heijden zijn met hun onderzoek en invoerwerkzaamheden voor de bestandcatalogus van onschatbare waarde geweest.
Voor hun inhoudelijk advies en/of praktische ondersteuning bedank ik Marina Aarts, Julia Armstrong-Totten, Frank Buunk, Antoinette De Laet, Roos Depla, Eric Domela Nieuwenhuis, Charles Dumas, Christine Dupont, Leo Ewals, Tonko Grever, Alexandra Hanzl, Fred Hendriks (†), Marjan van Heteren, Alain Jacobs, Guido Jansen, Mayken Jonkman, Maeike Kimsma, Hanna Klarenbeek, Fransje Kuyvenhoven, Michel van de Laar, de familie Lechowski, Rieke van Leeuwen, Erik Löffler (†), Christiaan Lucht, Bianca du Mortier, Malika M'rani Alaoui, Angelika Neumann, J. Piepenbrock, Jenny Reynaerts, Robert-Jan te Rijdt, Michiel Roscam Abbing, Marie-Odette Scalliet, Marieke Spliethoff, Evelyne Verheggen, Lidy Visser, Anette de Vries en Guido de Werd.
Essentieel voor mijn onderzoek in Italië waren de medewerkers van het Koninklijk Nederlands Instituut Rome, het Istituto per la Storia del Risorgimento Italiano (Rome), de Accademia Nazionale di San Lucca (Rome), Accademia di Francia – Villa Medici (Rome) en Biblioteca d'Arte del Museo Civico Correr (Venetië). Hen ben ik zeer erkentelijk voor hun ondersteuning tijdens mijn bezoeken op hun adembenemende en inspirerende locaties. De inhoudelijke adviezen die ik kreeg van Asker Pelgrom, Arnold Witte, Giovanna Capitelli en Giovanna Montani waren van groot belang voor het beeld van Krusemans beide verblijven in Italië.
Tenslotte wil ik mijn familie bedanken. Mijn ouders George en Lia voor hun onvoorwaardelijke steun, vertrouwen en veel meer, mijn zus Marieke voor onze down to earth gesprekken en mijn liefste dochter Amélie voor het geluk en plezier dat zij mij geeft.