7.5 Italië als onderwerp op de Nederlandse Tentoonstellingen van kunstwerken van Levende Meesters
Het Italiaanse landschap was in de negentiende eeuw, net als in de zeventiende eeuw, een gewaardeerd onderwerp in de Nederlandse schilderkunst. Gezichten op het landschap rond Rome en omgeving van Henrik Voogd (1768-1839), Josephus Augustus Knip (1777-1847), en Abraham Teerlink (1776-1857) waren gewild bij de Nederlandse en buitenlandse verzamelaars [1-2]. Vanaf 1808, het beginjaar van de Nederlandse Tentoonstellingen van Levende Meesters, waren hun Italiaanse landschappen er geregeld te bewonderen. Pas vanaf 1822 was ook een bescheiden aantal Italiaanse genrevoorstellingen op deze exposities te zien.1
Het was de recent uit Rome naar Brussel teruggekeerde François Joseph Navez, die het Italiaanse landleven introduceerde op de Amsterdamse Tentoonstelling van 1822 [3].2 Het jaar daarop volgde Kruseman met drie Italiaanse genrevoorstellingen op de Haagse Tentoonstelling, waaronder Godsvrucht [4].3 Hij was daarmee de eerste Nederlandse kunstenaar die zich aan dit onderwerp waagde.4
Kruseman vertelde later aan zijn goede vriend Jacob Anne van der Chijs (1831-1905) dat hij had geaarzeld om dit schilderij in Den Haag te exposeren.5 Maar de jonge kunstenaar wilde perse iets vanuit Rome naar de hofstad verzenden, dus hakte hij de knoop door: ‘Maar men was reeds bezig met het stuk te pakken, toen hij het drie malen uit den kist nam, en er weder indeed, nog eens nauwkeurig bezag, wikte en woog, of het wel gaan kon: juist was hij bezig met het schilderen, een model wachtte hem, de tijd drong, eindelijk liet hij het stuk met een benauwd hart weder in de kist glijden, en het vertrok.’6 En met succes, want Godsvrucht werd voor 1.200 gulden aangekocht voor de Rijkscollectie.
1
Hendrik Voogd
Italiaans landschap met parasoldennen, 1807
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. SK-A-4688
2
Josephus Augustus Knip
De golf van Napels met op de achtergrond het eiland Ischia, 1818 gedateerd
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. SK-A-1058
3
François Joseph Navez
Aalmoezen voor de kluizenaar, 1820
Whereabouts unknown
4
Cornelis Kruseman
Godsvrucht, ca. 1823
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. SK-A--1069
Gedurende zijn leven exposeerde Kruseman 27 Italiaanse genrevoorstellingen op vijftien Tentoonstellingen van Levende Meesters. In de periode 1822-1857 was hij een van de ongeveer veertig kunstenaars, die samen ruim negentig schilderijen met Italiaanse taferelen inzonden op de Tentoonstellingen van Levende Meesters. Tot 1830 waren dat acht kunstenaars, waarvan zeven Belgen onder wie François-Joseph Navez en Jean Baptiste Lodewijk Maes Canini (1794-1856); Kruseman was de enige Nederlander. Allen verbleven op het moment van inzending nog in Italië of waren kort daarvoor thuis gekomen.
Vanaf 1832 volgden ook andere Nederlandse kunstenaars, zeventien in totaal, onder wie Jan Adam Kruseman (1804-1862), oud-leerling van zowel Cornelis Kruseman als Navez. Slechts zes van deze zeventien Nederlanders waren daadwerkelijk in Italië geweest, waarvan twee oud-leerlingen van Cornelis Kruseman, namelijk Adrianus Johannes Ehnle (1819-1863) en Johan Philip Koelman (1818-1893). Koelman bleef, als een van de weinige oud-leerlingen van Kruseman, sporadisch Italiaanse figuur- of genrevoorstellingen exposeren. De bekendste hiervan was Spelende jongens op den Egyptischen Leeuw van het Capitool te Rome op de Haagse Tentoonstelling van 1858 [5].
5
Johan Philip Koelman
Spelende jongens op den Egyptischen Leeuw van het Capitool te Rome, 1857 gedateerd
Knokke (Knokke-Heist), kunsthandel Berko Fine Paintings
Notes
1 De eerste ‘landsgrens overschrijdende’ voorstelling is een werk van de Brusselse kunstenaar Celestin Francois: Amsterdam 1820, C. François nr. 453 Zwitzersch Landmeisje
2 Amsterdam 1822, F.-J. Navez nr. 234 eene Vrouw van Frascati een Aalmoes uitreikend; nr. 236 eene Italiaansche Waarzegster; nr. 237 een Florentijnsche Mandolien Speler.
3 Den Haag 1823, C. Kruseman nr. 193 Een groep biddende en zingende menschen, voor een Madonnabeeld in een bosch; nr. 194 Eene Albaneesche Vrouw met twee kinderen; nr. 195 Een Frascataansch spinnend Meisje met een haar liefkozende Boer.
4 In 1822 zond de Amsterdamse amateur-kunstenaar Hans Willem de la Rive Box (1790-voor 11-1863) op de Amsterdamse Tentoonstelling in: Amsterdam 1822, nr. 44 Een meisje van Frascatie.
5 ‘Hij [Kruseman] vreesde het lot, dat een stuk kon hebben, waarvan hij wel wist, dat het zeer verschilde van de overigen van dien tijd.’: Van der Chijs 1853, p. 2.
6 Van der Chijs 1853, p. 2.