7.4 Krusemans inspiratiebronnen
Eenmaal in Rome stortte ook Kruseman zich op de verbeelding van Italiaanse genrescènes. Kruseman raakte bekend met het werk van Robert, Navez en Schnetz en keek voor de compositie en onderwerpskeuze goed naar hun schilderijen [1-3]. Net als zij plaatste hij zijn Italiaanse figuren vaak ten halve lijve in een groep.1 Kruseman gebruikte dit format gedurende zijn hele loopbaan, zoals in Godsvrucht (1823), zijn door Teylers Museum aangekochte De Legende (1827) en later in Een van Zin (1830) [4-6]. Deze compositie van een aantal personen bij elkaar ten halve lijve, lijkt bovendien afgeleid van het groepsportret. Een mooi voorbeeld hiervan is Krusemans familieportret van Maria Stefania van Nellesteyn (1785-1826) met vier van haar kinderen uit circa 1825-1826 [7].
1
François Joseph Navez
Een scène van struikrovers, 1821 gedateerd
Private collection
2
François Joseph Navez
Muzikanten in een Italiaans landschap, 1821 gedateerd
Williamstown (Massachusetts), Clark Art Institute
3
Victor Schnetz
De kindertijd van Sixtus V, 1824 gedateerd
Arras (Frankrijk), Musée des Beaux-Arts d'Arras, inv./cat.nr. D 926 20
4
Cornelis Kruseman
Godsvrucht, ca. 1823
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. SK-A--1069
5
Cornelis Kruseman
De legende, 1827 gedateerd
Haarlem, Teylers Museum, inv./cat.nr. KS 014
6
Cornelis Kruseman
Een van zin, 1830 gedateerd
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. sk-a-1070
7
Cornelis Kruseman
Portret van Maria Stefania van Nellesteyn (1785-1826) met vier van haar kinderen, ca. 1825-1826
Private collection
Kruseman was onder de indruk van Roberts realistische interpretaties van het harde roversleven.2 De Zwitser schilderde zijn vechtende en stervende bandieten over het algemeen ten voeten uit, in een bergachtig landschap [8].3 In de periode februari-april 1822 troffen de kunstenaars elkaar een paar keer, vast ook eens op Roberts atelier. Kruseman nam zelfs omstreeks februari 1822 Roberts kamers over aan de via Felice 136.4 Maar Robert was niet erg over Kruseman te spreken. Zo schreef hij in april 1822 aan zijn goede vriend Navez: ‘Er is een Nederlandse schilder die hier een paar maanden geleden is aangekomen, hij verving mij bij mijn vorige hospita, ik heb soms de gelegenheid om hem te zien; maar hij ergert me nogal.’ 5 Verderop vertelt Robert dat hij zich vooral aan Kruseman stoorde omdat de jonge kunstenaar de Nederlandse schilderkunst, zowel de oude als eigentijdse meesters, superieur vond, een mening waar de Zwitser zich duidelijk niet in kon vinden.6
Dat Kruseman geïnspireerd was door Roberts composities en thema’s blijkt ook uit zijn Italiaans meisje met strooien hoed (1823-1824) en Een Italiaans Meisje, biddende in slaap gevallen (1825) [9-12].7 Eenmaal terug in Nederland maakte Kruseman nog een paar voorstellingen waarin Roberts invloed zichtbaar is, zoals De gevallen vrouw (1829) en later Vrouwen bij een bron (1840) en Rustende muizenvalverkopers (1840) [13-15]. Het door Robert met succes verbeelde Italiaanse roversleven probeerde Kruseman maar twee keer, in Twee Italiaanse rovers met een vrouw van Sonino, in een grot (ca. 1822-1824) en Rovers in de Abruzzen een overrompeling vrezend (1836-1837). Alleen van eerstgenoemde werk is de compositie bekend dankzij een kopie gemaakt door leerling Herman ten Kate (1822-1891) [16]. Al kwam de sympathie maar van één kant, Kruseman zou Robert altijd blijven bewonderen.8
8
Léopold Robert (1794-1835)
Bandietenvrouw waakt over haar slapende man, 1821 gedateerd
Sankt Gallen (plaats, Zwitserland), Kunstmuseum St. Gallen
9
Léopold Robert (1794-1835)
Jong meisje uit Procida, 1822 gedateerd
Winterthur (Zwitserland), Sammlung Oskar Reinhart "Am Römerholz", inv./cat.nr. 321
11
Cornelis Kruseman
Een Italiaans landmeisje, in bevallige klederdracht, houdende de beide handen op eene tamboerijn, ca. 1823-1824
Amsterdam, particuliere collectie H.A. Brak
10
Léopold Robert (1794-1835)
Een oude herder uit de Apennijnen slaapt, vlak bij hem speelt een jongen hobo, 1822 gedateerd
Private collection
12
Cornelis Kruseman
Een Italiaans meisje, biddend in slaap gevallen, 1823 gedateerd
Private collection
13
Cornelis Kruseman
Het gevallen meisje (Gedicht van Tollens), 1829 gedateerd
Private collection
14
Cornelis Kruseman
Twee rustende vrouwen met kinderen bij een bron, 1840 gedateerd
Private collection
15
Cornelis Kruseman
Twee muizenvallenverkopers, 1840 gedateerd
Den Haag, Cornelis Kruseman - J.M.C. Ising Stichting
16
Herman ten Kate naar Cornelis Kruseman
Twee Italiaanse rovers met een vrouw van Sonino, in een grot, na 1825
Private collection
Notes
1 Kruseman was bekend met het werk van Navez via de Brusselse Salon (1821), en zag de schilderijen van Victor Schnetz, later directeur van de Franse academie te Rome, op diens Romeinse atelier. Net als Navez maakte Schnetz in dezelfde periode, soortgelijke voorstellingen van figuren in een krap uitgesneden kader: Chesneau-Dupin et al., p. 102 (fig. 15) La diseuse de bonnen aventure (ca. 1820); p. 103 (fig 16) L’enfance de Sixte Quint (1824).
2 Gassier en Seylaz 1983, p. 57.
3 Gassier en Seylaz 1983: zie de catalogus voor de eerste eigenaren en opdrachtgevers, hoofdzakelijk personen gelieerd aan de diverse Europese hoven.
4 Kruseman 1826, p. 71; Grassier 1983, pp. 283-284: Robert woonde van 1819 tot 1822 (februari) aan de Via Felice 136.
5 ‘Il y a un peintre Hollandais qui est arrivé ici Il y a quelques mois, il m’a remplacé chez mes anciennes padrones, j’ai occasion de le voir quelque fois; mais il m’embets passablement parce qu’il vent[?] toujours elever la peinture, les artistes ancient et modernes de son pays au defens[?] des autres nations, d’apres lui c’est a Amsterdam que on fait la meilleure peinture en tout genre. Il me disait un jour que le tableau de la bataille de Waterloo est magnifique, superbe designé des plus grands maitres; tu dois penser comment on doit faire avec un jugement si curieux, il se plaint, de xxxx qui vouyent sa peinture, il dit qu’ils ne la xxxtent pas.’: brief van Leopold Robert aan Francois Joseph Navez van 19 april 1822, collectie KBR Ms. II 70/3/422.
6 In dezelfde periode schreef Robert een onbekende ontvanger: ‘Hij [Kruseman] praat heel goed over schilderen, maar hij is minder in het maken ervan.’: Feuillet de Conches 1848, pp. 109-110 [mars et avril 1822].
7 Kruseman bezocht in Rome mogelijk de in april 1822 georganiseerde tentoonstelling door Graaf Gourieff, zoon van de minister van Financiën van Rusland waar Robert drie Italiaanse genrevoorstellingen toonde: Gassier en Seylaz 1983, pp. 124-133.
8 Als Kruseman in Parijs was bezocht hij in het Louvre Roberts L'arrivée des moissonneurs dans les marais Pontins en Retour de la fête de la Madonne de l’Arc. Kruseman maakte een kopie in olieverf naar Roberts L'arrivée des moissonneurs dans les marais Pontins: veiling Amsterdam (C.F. Roos) 1858-02-16, nr. 112 (p. 9) als Halte des moissonneurs; Ising 1858, p. 99 en verder. Terug in Nederland schreef Kruseman brieven aan zijn vriend en beeldhouwer Louis Royer die toen nog in Rome verbleef. Onderaan deze brieven verzocht Kruseman hun kennissen te Rome te groeten, onder wie Robert en Schnetz: brief Kruseman aan Royer van 21 mei 1825 en van 29 januari 1827 (Archief Familie Alberdingk Thijm inv.nr. 5305, collectie KDC, Nijmegen).