1.3 Historieschilder als ambitie
Dat Kruseman in de eerste plaats historieschilder wilde zijn, past alleszins bij de toenmalige kunsttheoretische en kunstkritische standaarden. Schilderijen met onderwerpen uit de klassieke, Bijbelse of vaderlandse geschiedenis werden door kunsttheoretici bestempeld als het meest achtenswaardige genre omdat ze intellectuele, spirituele of politieke thema’s in beeld konden brengen die uitstegen boven de dagelijkse werkelijkheid. In het historiestuk staat de mens centraal, de mens als centrum van de schepping. Via het historiestuk kon een kunstenaar, zo meenden de theoretici, onvergankelijke roem vergaren. Als voorbeelden van kunstenaars die daarin geslaagd waren, noemden zij Rafaël (1483-1520), Michelangelo (1475-1564) en andere meesters uit de Italiaanse renaissance. Aan hen spiegelde Kruseman zich expliciet [1]. Hij werd daarin gesteund door zijn ouders, die hun zoon van jongs af aan de gelegenheid gaven om zich als kunstenaar te ontwikkelen. Zodoende verkeerde hij al op jonge leeftijd in de Amsterdamse artistieke en intellectuele kringen waar de ontwikkelingen in de kunst werden bediscussieerd. De biografie en opleiding van Kruseman zal nader worden besproken in de hoofdstukken 2 t/m 4.
Om het werk van de grote meesters van de Italiaanse renaissance beter te leren kennen, ondernam Kruseman in 1821-1824 een studiereis naar Italië, in de voetsporen van generaties kunstenaars voor hem. Hij maakte daar, maar bijvoorbeeld ook in Parijse museale collecties, kennis met de renaissancistische schilderkunst van onder anderen Rafaël en Michelangelo en ontwikkelde een internationale neoclassicistische stijl. Zoals eerder genoemd is over deze reis veel bekend, omdat een selectie van zijn reisaantekeningen en brieven aan het thuisfront in 1826 in Den Haag is uitgegeven door Cornelis’ zwager Augustus Elink Sterk (jr. (1796-1875) [2].1 Krusemans belevenissen, zijn ontmoetingen met belangrijke kunstenaars als Jacques-Louis David (1748-1825) en de artistieke ontwikkelingen die hij doormaakte, komen uitvoerig aan de orde in het vijfde hoofdstuk.
1
Cornelis Kruseman
Sint Johannes in de woestijn, 1820 gedateerd
Den Haag, Cornelis Kruseman - J.M.C. Ising Stichting
2
Cornelis Kruseman
Titelpagina van 'Aanteekeningen van C. Kruseman, betrekkelijk deszelfs kunstreis en verblijf in Italie.', 1826
Den Haag, KB nationale bibliotheek (Den Haag)
Notes
1 Kruseman 1826.