1.8 Nabestaan
Kruseman had een loopbaan met artistieke en maatschappelijke successen waarop veel van zijn vakbroeders jaloers konden zijn geweest. Na zijn dood zou zijn roem echter snel vervagen. Maar dat was niet ongewoon. Ook tijdgenoot Ary Scheffer (1795-1858), die in binnen- en buitenland werd geroemd om zijn romantisch vormgegeven werken zoals zijn Christus Consolator uit 1837, zou, ondanks de duurzaamheid van zijn bronzen beeld in Dordrecht, in de tweede helft van de negentiende eeuw als ouderwets terzijde geschoven worden [1]. De kunstwereld werd ook al in de negentiende eeuw gekenmerkt door snelle veranderingen en de opeenvolgende moderniteiten. Zo ontwikkelde zich in tweede helft van de negentiende eeuw in Frankrijk achtereenvolgens het realisme en het impressionisme en volgden afgeleiden daarvan in de Nederlandse landschaps- en genreschilderkunst. Daarbij was Krusemans gehanteerde werkwijze letterlijk vernietigend voor zijn artistieke nalatenschap. Vooral op zijn grote doeken, waaraan hij lange tijd had gewerkt, begon de (te) dik aangebrachte olieverf een geheel eigen leven te leiden, met druipers en zware craquelures tot gevolg, zoals bij zijn monumentale historiestuk Johannes de Doper prekende in de woestijn [2].1
Dit alles verklaart waarom Kruseman kort na zijn dood al vrij snel vergeten raakte, met uitzondering van een paar publicaties die postuum verschenen over zijn leven en werk. Treffend is de in 1870 door zijn vriend Arnold Ising (1824-1898) gemaakte beeldende maar ook pijnlijke vergelijking tussen Krusemans tanende, eens zo grote reputatie en de toestand van zijn monumentale werken De Slag bij Bautersem en De Prediking van Johannes de Doper: ‘Het is een treurige aanblik; ’t is alsof die beide groote stukken daar in die verlaten Gotische zaal te weenen staan over den verstoorden roem van hun maker!’2
Maar in het laatste kwart van de twintigste eeuw, toen de postmoderne cultuurvisie de betrekkelijkheid van de modernistische kunstopvattingen zichtbaar maakte, werden kunstenaars als Kruseman weer meer gewaardeerd. Tegenwoordig wordt hun werk bezien vanuit de merites van hun eigen tijd. Mede dankzij nieuwe ontdekte bronnen en de snelle digitale ontsluiting ervan is een vollediger beeld te vormen van Kruseman als een kunstenaar met een sterk artistiek streven en een grote toewijding.
1
Ary Scheffer
Christus Consolator, 1837 gedateerd
Amsterdam, Amsterdam Museum, inv./cat.nr. inv.nr. SA 2059
2
Cornelis Kruseman
Johannes de Doper predikende in de woestijn, 1847 gedateerd
Den Haag, Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau