8.2 Prijzen voor een portret
Behalve een namenlijst van alle geportretteerden zijn er geen kasboekjes van Cornelis Kruseman bekend zoals de drie van zijn achterneef Jan Adam Kruseman (1804-1862).1 Hierdoor is alleen bij hoge uitzondering het bedrag van een portret overgeleverd. De prijs was een optelsom van een aantal factoren zoals het aantal te portretteren personen, of ze als borststuk of ten halve lijve, met of zonder handen, of zelfs ten voeten uit werden geschilderd. Daarnaast was het formaat en de aanwezigheid van bijwerk van belang. Zo weten we van een bedrag van 519 gulden te betalen door J. [mogelijk Johan] Steengracht van Oostcapelle aan Kruseman voor een alsnog onbekend vrouwenportret ten halve lijve met handen en bijwerk.2
Voor het maken van een kopie naar een portret liet Kruseman zich ook fors betalen. Cornelis Anne den Tex (1795-1854) had zo’n duplicaat besteld naar het door Kruseman geschilderde portret van zijn schoonvader Jan Bondt (1766-1845) [1-2]. De rekening bedroeg 444 gulden waarvan vierhonderd gulden voor de kopie, veertig gulden voor de lijst en vier gulden voor het verzenden.3 Tevens is een prijsopgave bekend van een niet nader gespecificeerde opdracht voor de toenmalige militaire academie te Breda van twee portretten van Willem I en Willem III voor 225 en 250 gulden.4
1
Cornelis Kruseman
Portret van Jan Bondt (1766-1845), 1833 gedateerd
Amsterdam, Stichting Kunst & Historisch Bezit ABN AMRO, inv./cat.nr. KR00002
2
Cornelis Kruseman
Portret van Jan Bondt (1766-1845), 1848
Private collection
Notes
1 Voor de werkboekjes van Jan Adam Kruseman: Renting en Lipke-Deetman 2002.
2 ASD inv. III, V.B. Johan Steengracht (Archief Kasteel Duivenvoorde).
3 Brief van Cornelis Kruseman aan Cornelis Anne Den Tex van 8 april 1848 (UVA: UB: HSS-mag.: Cx 176, Bijzondere collecties Universiteit van Amsterdam).
4 Brief van Cornelis Kruseman aan F.C.R. Broers [eerste luitenant kwartiermeester bij de militaire academie te Breda] van 7 november 1839 (collectie Rijksmuseum Amsterdam).